5 stappen om focus te houden met faalangst

Martijn Ruitenburg

Faalangst….ik word er een beetje moe van…..en jij misschien ook wel.

Je kunt ongetwijfeld, net als ik, een aantal voorbeelden bedenken van dingen die je liever anders zou doen. Je wilt graag je mening geven in een vergadering, maar je doet het niet omdat je bang bent dat je misschien iets doms zegt. Je wilt een collega graag aanspreken op zijn gedrag, maar je bent bang dat je in het moment niet durft te zeggen wat je eigenlijk wil zeggen. Of, je wilt eigenlijk graag een idee pitchen, maar je bent bang dat de klant er afwijzend op zal reageren.

Momenten waar je na afloop van baalt, omdat je je nog zo had voorgenomen het deze keer wél te doen. Je raakt er geïrriteerd en soms zelfs moedeloos van. Gedachten over wat er mis kan gaan en de risico’s die in je hoofd veel zwaarder wegen dan de kansen, leiden tot de zo gehate en gevreesde angst om te falen. Voor sommigen, misschien ook voor jou, is faalangst echt een groot obstakel. Je wilt er vanaf, het liefst vandaag nog. En dat is begrijpelijk: een leven zonder faalangst zou een stuk prettiger zijn. 

 In dit blog wil ik je echter ook de andere kant van faalangst laten zien. Ik wil je laten zien hoe wij zelf, en onze omgeving, vaak een belangrijke rol spelen in de rol die faalangst speelt in onze keuzes. En, ik wil je laten kennis maken met faalmoed: de keuze om in het moment de kans op falen te omarmen en jezelf zo te belonen door vaker te doen wat je wilt doen.

Het stempel faalangst

Sinds ik op plekken kom waar mensen het beste uit zichzelf willen halen, ben ik me gaan storen aan het begrip ‘faalangst’. Te pas en te onpas wordt deze term gebruikt als je niet in staat bent het gedrag te laten zien wat je graag wil laten zien, omdat je hoofd te veel bezig is met wat er mis kan gaan.

De angst of de twijfel voor de mogelijk negatieve gevolgen van bepaalde keuzes of bepaald gedrag is vaak de baas van ons gedrag. De mogelijke opbrengsten of positieve gevolgen van bepaalde keuzes blijken niet sterk genoeg om dit gedrag te veranderen.

Als die momenten vaak voorkomen, kost het weinig moeite voor jezelf en voor de omgeving om hierin een problematische eigenschap te ontdekken: je hebt faalangst. Waarmee eigenlijk niets meer wordt gezegd dan dat je vaak gedachten hebt over wat er mis kan gaan en bang bent een bepaalde gewenste uitkomst niet te bereiken.

Twee bezwaren tegen faalangst

En die gedachten herkennen we allemaal, toch? De angst voor een ongewenste uitkomst van je gedrag is niemand vreemd, ook mij niet. Maar het gemak waarmee de term faalangst, en alle daarbij horende eigenschappen, aan dit gedrag wordt gekoppeld stoort me.

Mijn weerstand tegen de term faalangst bestaat vooral uit de volgende twee bezwaren:

1.     Het gelabel zelf – je gaat er daardoor vanzelf echt in geloven

2.     De negatieve lading die aan de term kleeft – je moet dus van de faalangst af komen

Het eerste bezwaar heeft betrekking op het gelabel zelf.  Anderen vinden het vaak prettig om iets of iemand te labelen. En, eerlijk is eerlijk, je doet het zelf vaak ook. Een keurig persoon in een net pak die op een station continu om zich heen staat te kijken, zul je anders beoordelen dan een onverzorgd persoon met een lange baard die hetzelfde gedrag vertoont.

Die beoordeling is alleen het gevolg van het verschil in de groep mensen waartoe je deze twee personen rekent, en de bijbehorende kenmerken van die groep. Als je van iedere persoon de specifieke eigenschappen zou moeten uitvragen of onderzoeken (zowel innerlijk als uiterlijk) zou je doodmoe worden en veel tijd verspillen.  

Dus schept het (onbewust) plakken van een etiket orde in de chaos en bespaart het ons een hoop energie. En, op basis van alle aannames die gratis met dit etiket meekomen, bepaalt het etiket vaak direct hoe jij je gedraagt. Plak je bij de man in het pak het etiket ‘zakenman’ dan blijf je wellicht kijken of die persoon degene heeft gevonden die hij zoekt. Plak je het etiket ‘zwerver’ op de onverzorgde man met baard, dan schuif je wellicht een paar meter op om wat verder af te staan.

Jezelf in bepaalde situaties bestempelen als iemand met faalangst is dus niet heel vreemd, maar wel onhandig. Het gaat namelijk vanaf dat moment ook je gedrag op andere terreinen beïnvloeden, zonder dat je daarvoor gekozen hebt of soms zelfs bewust van bent. Met als rode draad dat je steeds vaker niet de dingen doet die je zou willen doen.

Je zult sneller in andere situaties ook moeilijke keuzes uit de weg gaan, omdat je jezelf hebt leren kennen als iemand die moeilijke keuzes vaak niet durft te maken. En dit werkt telkens door: elke gebeurtenis of situatie die dit label bevestigd merk je op, neem je serieus (‘zie je wel’) en bevestigt wat je dacht: een teleurstellende prestatie is het gevolg van deze faalangst. En dus begin je er vanzelf nog meer in te geloven.

Faalangst is niet goed toch?

Mijn tweede, en voornaamste, bezwaar ligt in de negatieve lading van faalangst. Natuurlijk is het niet fijn als jouw gedachten gedomineerd worden door de grootste risico’s en valkuilen. Echter, het hebben van faalangst wordt vaak gezien als een onoverkomelijke en blijvende beperking.

‘Zonder faalangst zou ik vaker contact maken met anderen’, of ‘Zonder faalangst zou ik dat bedrijf waar ik altijd heb willen werken gewoon bellen en vragen of ze nog iemand zoeken’, of, ‘Zonder faalangst zou ik de gok wagen en die persoon, die ik echt heel leuk vind, mee uit vragen’.

Faalangst wordt gezien als een enorme sta-in-de-weg. En dus kan iemand er maar beter zo snel mogelijk vanaf worden geholpen. De vraag is echter of dat wel kan….

Een oneerlijke strijd

Wanneer je echt het idee begint te krijgen dat je last hebt van faalangst (bezwaar #1) en dit ervaart als iets waar je zo snel mogelijk vanaf moet zien te komen (bezwaar #2), ontstaat er een oneerlijke strijd.

De faalangst die je ervaart begint een werkelijk obstakel te worden om te doen wat je wil doen en wat belangrijk voor je is. Je probeert jezelf te overtuigen dat je echt een goed idee hebt en dat jouw mening geven echt belangrijk is, maar het lukt je niet daarmee ook ander gedrag te laten zien.

Jezelf overtuigen is slechts één van de vele manieren waarop je met je faalangst probeert om te gaan. Voorbeelden waarop veel mensen met faalangst om gaan: situaties uit de weg gaan, minder goed je best doen of heel lang over iets na denken. Onbedoeld allemaal gedragingen om de faalangst te verminderen en de kans op ‘succesvol’ gedrag te vergroten. 

Misschien is dit het moment om tot de conclusie te komen: het gevoel van faalangst blijft en je gedrag verandert niet. Het enige dat je tot nu toe geleerd hebt is dat je veel tijd en energie hebt geïnvesteerd zonder de gewenste opbrengst. Simpelweg omdat je een oneerlijke strijd voert met het fenomeen faalangst en je daar zo langzamerhand wel moe van begint te worden….

De kunst van faalmoed

Als je vaker wilt doen wat je belangrijk vind, gun ik jou faalmoed: het lef om keuzes te maken die passen bij wat voor jou belangrijk is en overeenkomen met hoe jij je wil gedragen, in de wetenschap dat je daarbij ook iets kunt verliezen.

Je collega’s kunnen je mening overbodig vinden en je idee slecht. Dat is een reëel en onvermijdelijk risico van je nek uitsteken. Je kunt ervoor kiezen die angst op te merken én je mening te geven. De angst om iets te ‘verliezen’ bepaalt dan niet meer welke keuzes je maakt, omdat faalmoed betekent dat je die angst of twijfel accepteert. Je neemt het risico om er met open ogen in te tuinen…

Dat is de essentie van faalmoed: keuzes maken die lastig zijn in het moment zelf, maar die op de lange termijn voor echte winst zorgen omdat je je eigen koers vaart.

Op koers blijven kan alleen met faalmoed

De angst om te falen ervaren als een probleem, en er dus graag zo snel mogelijk vanaf willen, is slechts één kant van de medaille. De andere kant van de medaille kan je wellicht iets waardevols vertellen en is het onderzoeken waard. Deze andere kant geeft je namelijk inzicht in wat er belangrijk voor je is. Om die reden is faalangst juist een (vaak onderliggend onbewuste) waardevolle richtingaanwijzer van ieder mens.

Sta er maar eens bij stil: hoe belangrijker het voor jou is dat je jouw briljante probleem voorlegt, hoe angstiger je bent dat mensen het afwijzen. Als er iets te verliezen valt, en je dus kunt falen, valt er ook iets te winnen. Sporters ervaren dit letterlijk elke dag of elke week. Wil je graag winnen? Dan ben je vaak ook bang te verliezen! Wil je graag goed presteren? Dan ben je vaak bang dat het mis gaat!

En dus vertelt de faalangst je vooral wat er zo belangrijk voor is. En dus weet je dankzij de faalangst dat je op de goede weg bent. Faalangst is een bijzonder waardevolle richtingaanwijzer die je wilt koesteren!

De belangrijkste vraag die je jezelf vaker wilt stellen is: heb ik de moed om te falen? Ben ik bereid volle bak te gaan voor dat wat belangrijk en waardevol voor me is?

Om je te helpen vaker te doen wat je wilt doen, volgt hier een opdracht voor jou: kies 1 ding wat je al heel lang wilt doen of uitstelt en ga dat doen! +

Volg daarbij onderstaand stappenplan:

1.     Beschrijf concreet hoe je keuze of gedrag eruit ziet.

Vb: ‘Ik wil in de komende meeting mijn mening geven over de voorgestelde verandering’

2.     Merk op wat je denkt en voelt: sta open voor twijfel, zorg, angst of spanning.

3.     (H)Erken de obstakels om te doen wat je wil doen.

4.     Vervang het woord ‘maar’ door ‘en’

Vb: ‘Ik twijfel, maar ik wil mijn mening geven’ wordt ‘Ik twijfel en ik wil mijn mening geven’

5.     Kies & Doe


Heb je het gedaan? Laat je verstand dan niet te kritisch kijken naar hoe het ging, maar wees trots op de manier waarop je faalmoed getoond hebt!

En, laat me vooral weten hoe je het vond!

Martijn Ruitenburg is sport- en prestatiepsycholoog en één van de eigenaren van Focus like a Pro.
Hij werkt dagelijks met professionals in het bedrijfsleven en de sport aan het verbeteren van focus.